Geschiedenis
Het Nederlandse Kooikerhondje is een heel oud ras. Het ras werd gebruikt in de "Eendenkooi", deze kooi werd door de mens gemaakt voor het vangen van eenden.Deze eendekooien (Duck Decoys) stonden meestal in "met de hand" gegraven vijvers van 3 tot 10 hectare groot.
Door het opkomen en verbeteren van de jachtgeweren, begon het ras na de Eerste Wereldoorlog af te nemen, daar schieten makkelijker was. De kooien waren niet meer winstgevend, en ze te behouden werd niet meer verkozen. Om deze reden kwam ook de achteruitgang van de kleine oranjerode en witte hond die werd gebruikt om de eenden te lokken.
Rond 1940 werd er terug naar gestreefd om het ras te behouden. De barones Von Hardenbroek van Ammerstol zond venters op pad met een zwart-wit foto van een kooiker , en als men een hond zag die aan de eisen van de Barones leek te voldoen, ging ze op haar eigen fiets naar de hond. Zo vond ze Tommy, een teefje uit de meest noordelijke provincie van Nederland die de stichting werd. De Barones fokte verschillende nesten onder de naam Walhalla van 1942 tot 1976. De Nederlandse ouderclub werd opgericht in 1967 en het ras werd officieel erkend door de Raad van Beheer (het Nederlandse equivalent van AKC) in 1971.
PROFIEL
Het Kooikerhondje is een kleine spaniel met Nederlandse roots en een gemakkelijk karakter. Laat de lange naam je er niet van weerhouden dit unieke hondenras te leren kennen - veel mensen noemen deze honden kortweg Kooikers.
Het compacte formaat en de vriendelijke aard van deze sporthonden hebben ervoor gezorgd dat ze al eeuwenlang een betrouwbare metgezel zijn voor eendenjagers, maar tegenwoordig zijn ze meesters in de hondencompetitie, inclusief flyball en behendigheid. De Kooiker is ook een onderhoudsarme en alerte gezinsgenoot, maar kan gevoelig van aard zijn en op hun hoede zijn voor vreemden. De kenmerkende witte en oranje (of rode) vacht is in het oog springend, maar een van de meest opvallende kenmerken van de Kooiker zijn de lange zwarte haren die de oren sieren ,aangeduid als 'oorbellen'.
​